Begeleiding is cruciaal
Meer dan zeshonderdduizend mensen binnen de beroepsbevolking hebben in Nederland een arbeidsbeperking. Ze zijn bijvoorbeeld chronisch ziek, hebben verstandelijke of complexe lichamelijke beperkingen of psychische klachten. Het vinden van passend werk is dan vaak lastig. Sinds 2015 is hun sociaaleconomische situatie, met de invoering van de Participatiewet, er niet makkelijker op geworden. Zeker niet voor de groep met ernstige beperkingen. Voor 2015 konden zij via de Wajong of met een Wsw-indicatie bij een sociale werkvoorziening gaan werken. De generatie die nu de Participatiewet instroomt heeft te maken met minder werk- en inkomenszekerheid.
Wat zijn de ervaringen, wensen en behoeften van de groep die voorheen een beroep deed op de Wsw (Wet sociale werkvoorziening) of de Wajong (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten)? Wat zijn bronnen van rust en onrust in hun leven en hoe kun je daar als begeleider rekening mee houden? Om daar achter te komen zocht Marian van der Klein van het Verwey-Jonker Instituut de mensen thuis op, samen met enkele collega’s. Instituut Gak financierde het onderzoek.
Het onderzoek startte in 2021 en leverde vier producten op: in 2021 verscheen het literatuuronderzoek Werkonzekerheid van mensen met een arbeidshandicap, in 2023 kwam een tussenrapport uit waarin “klantreizen” centraal stonden (Bestaansonzekerheid en begeleiding van mensen die vanwege een arbeidshandicap niet volledig kunnen werken), in februari 2024 verscheen de handreiking Dilemma’s van professionals en in maart de conclusies in Meer rust in het bestaan.
Meer onzekerheid
Het literatuuronderzoek liet zien dat er na de invoering van de Participatiewet veel onrust in het leven van mensen met een arbeidshandicap was ontstaan. Van der Klein: “Uit de literatuur bleek dat de groep die eerst een Wsw-indicatie had, steeds vaker met onzekerheid te maken kreeg. Onzekerheid op allerlei gebieden, zoals een onregelmatig inkomen, minder inkomsten en minder zekerheid dat ze bij een sociale werkvoorziening terecht konden. Ook als ze wel bij een sociale werkvoorziening werkten, veranderde er veel. Ze kregen bijvoorbeeld nieuwe collega’s uit andere kwetsbare groepen, die weer anders betaald werden. Het werk zelf werd commerciëler. En er was ook vaak minder begeleiding beschikbaar. Er gebeurde kortom van alles. Niet zozeer in hun individuele leven, maar om hen heen. Deze mensen konden dat moeilijk plaatsen.”
Negen klantreizen
De onderzoekers interviewden 22 mensen met een arbeidshandicap over hun ervaringen en hielden twee groepsgesprekken. Om de gesprekken met de mensen goed te kunnen voeren lieten zij zich coachen door het onderzoeksbureau Meetellen. Dit bureau is gespecialiseerd in onderzoek onder mensen die extra ondersteuning nodig hebben, zoals mensen met psychische of lichamelijke beperkingen.
Van der Klein: “We leerden dat we wat meer tijd moesten nemen aan het begin van het interview. Het is belangrijk om een band op te bouwen, bijvoorbeeld door ook iets van onszelf te laten zien.” De onderzoekers wilden de mensen zelf zoveel mogelijk aan het woord laten. Dat was een aandachtspunt: “Vaak waren er ook naasten bij, zoals familie, of hun begeleiders. Ouders betekenen veel in het leven van mensen met beperkingen. Het risico is dat die van alles gaan vertellen. Voor je het weet zit je in het verhaal van de moeder. Dat was niet de bedoeling.”
Om de ervaringen van mensen met een arbeidshandicap goed in kaart te brengen werd gebruik gemaakt van “klantreizen” (of “customer journey mapping”). De methode komt oorspronkelijk uit de marketingwereld en is bedoeld om het aankoopproces van een klant te visualiseren. Het perspectief van de klant staat daarbij centraal. De klantreizen worden ook gebruikt voor het visualiseren van diensten, zoals een behandeling in het ziekenhuis of het bieden van begeleiding. Het Verwey-Jonker Instituut bracht op basis van de interviews negen klantreizen in kaart.
Zo is er het verhaal van Esther (niet haar eigen naam), een vrouw van 22 jaar. De onderzoekers brachten de belangrijkste gebeurtenissen in haar leven in kaart en lieten zien hoe ze die heeft beleefd. Zo wordt in 2015 vastgesteld dat ze chronisch ziek is. Ze probeert niettemin iets van haar leven te maken en studeert in 2020 af, werkt een half jaar en komt daarna in de bijstand. Vanaf 2021 valt Esther onder de Participatiewet. Ze kiest bewust voor vrijwilligerswerk omdat betaald werk te belastend is. Het gevolg is dat ze veel moeite heeft om rond te komen, wat veel stress oplevert. Zo komt in 2022 de auto waarvan ze afhankelijk is niet door de APK. Ze kan de reparatiekosten niet opbrengen en hoopt op een vergoeding van de gemeente. De klantreis laat ook zien hoe volgens Esther verschillende contactpersonen bij de gemeente met haar en haar situatie zijn omgegaan.
Goede begeleiding is essentieel
Uit de interviews blijkt hoe belangrijk goede begeleiding voor deze groep is. Van der Klein: “We kregen op deze manier meer domeinen van het leven in het vizier en ook de begeleiding die ze op verschillende fronten kregen.” Van der Klein kreeg veel respect voor begeleiders: “Ik ben bij iemand thuis geweest die twee begeleiders had, waarvan er een 24 uur per dag bereikbaar was. Die begeleiders waren belangrijk want de informele netwerken van mensen met een arbeidsbeperking zijn vaak klein. Wanneer een ouder sterft, of wanneer ouders te oud worden om hun kind nog te kunnen ondersteunen, levert dat veel stress op.”
Uit de negen klantreizen blijkt ook wat de wensen en behoeften van de mensen zijn. Werkonzekerheid is een grote bron van onrust. De mensen met een arbeidshandicap willen graag werken, maar dan wel werk dat past bij hun vaardigheden en mogelijkheden. Ook hebben de geïnterviewden meestal moeite om rond te komen. Regelmatige en voldoende inkomsten zouden de broodnodige rust geven.
Dilemma’s van professionals
Het derde product van het Verwey-Jonker Instituut is de handreiking “Dilemma’s van professionals”. Deze handreiking is bedoeld voor bijvoorbeeld klantmanagers, woonbegeleiders en schuldhulpverleners. Het document bevat geen precies omschreven do’s en don’ts, maar daagt uit tot reflectie. Van der Klein: “We wilden eerst meer een ‘Zo hoort het’ maken en die het veld insturen, maar dat hebben we, in samenspraak met de professionals zelf, veranderd. We hebben eerst aan de professionals gevraagd waar ze behoefte aan hadden. Daaruit bleek dat er heel veel verschillende professionals betrokken zijn die hun cliënten allemaal op maat willen bedienen. Een handreiking met do’s en don’ts past daar niet bij en zo zijn we op negen dilemma’s uitgekomen.”
De dilemma’s komen voort uit de klantreisinterviews. Zo duikt bij dilemma 2 “Tijdigheid of zorgvuldigheid bij ondersteuningsaanvraag” Esther weer op. Haar situatie wordt gebruikt om begeleiders positie te laten kiezen. Zij is afhankelijk van haar auto die gerepareerd moet worden. Kies je in haar geval voor snelheid (de kosten van de reparatie snel vergoeden) of zorgvuldigheid (van belang bij het verdelen van publieke middelen)? Het zijn twee verschillende beroepsopvattingen die tot de nodige discussie leiden.
Mensen kunnen het niet alleen
Terugkijkend op alle stappen in het onderzoek is Marian van der Klein zich meer dan ooit bewust van het belang van goede begeleiding voor groepen met een arbeidsbeperking: “Goede begeleiding kan veel onrust wegnemen. Begeleiders die uitstralen dat het goed komt, die nabij en bereikbaar zijn, die ervoor zorgen dat een bepaalde voorziening er komt of in ieder geval uitzoeken of de mogelijkheid er is. Ook is het belangrijk dat er een beetje vertrouwdheid en continuïteit in de begeleiding zit.”
Van der Klein benadrukt dat het blijvend begeleiden van mensen erg belangrijk is. “Neem ‘job coaching’. Die wordt nu na drie jaar afgebouwd. Daar worden mensen nerveus van. Als die mensen hun jobcoach kunnen houden, is de kans groter dat het met hun werk en hun leven goed blijft gaan. De veronderstelling dat de mensen het na drie jaar alleen kunnen, blijkt vaak niet te kloppen. Als iemand in een rolstoel zit, zeggen we na een aantal jaar ook niet ‘het gaat zo goed, doe die rolstoel maar weg’.”
Tekst: Jaco Berveling
Links
Werkonzekerheid (2021)
Bestaansonzekerheid en begeleiding (2023)
Dilemma’s van professionals (2024)
Meer rust in het bestaan (Conclusies) (2024)