Arbeidsparticipatie en ernstige psychische aandoeningen
Werk is voor iedereen belangrijk, ook voor mensen met een arbeidsbeperking. De afstand tussen arbeidsdeelname en mensen met ernstige psychische aandoeningen (EPA) is groot. Tegelijkertijd vindt de overheid dat meer mensen met EPA in staat zouden moeten worden gesteld om deel te nemen aan het arbeidsproces. In het verlengde daarvan hebben UWV en GGZ‐Nederland in 2013 een convenant getekend om de onderlinge samenwerking te verbeteren. De laatste jaren worden op verschillende locaties in Nederland initiatieven genomen door de GGZ, de gemeenten en uitvoeringsorganisaties op het terrein van participatie en re‐integratie (bijvoorbeeld jobcoach organisaties) om deze mensen aan het werk te helpen. Het succespercentage daarvan is vooralsnog wisselend. Een veelbelovende aanpak is de Individual Placement en Support (IPS) waarvan in verschillende landen, waaronder de Verenigde Staten, de effectiviteit bij de onderhavige doelgroep is aangetoond. In Nederland wordt deze vorm van bevordering van arbeidsparticipatie beperkt toegepast en deze is recentelijk voor het eerst wetenschappelijk geëvalueerd (Michon, 2006). De uitkomst van de studie liet zien dat deze aanpak effectief is, maar minder dan in de Verenigde Staten het geval lijkt. Ook bleek uit de evaluatie dat IPS niet bijdroeg aan verbetering van de psychische gezondheid en kwaliteit van leven.
Status:
AfgerondProjectleider:
Prof. dr. J. AnemaOnderzoeksinstituut:
EMGO instituut, Vrije Universiteit Amsterdam
Gerelateerd:
Arbeid en ernstige psychische aandoeningen; Bericht van een kennissynthese
Young migrants’ transition from school to work. Obstacles and opportunities