Werk, zekerheid en belangenvertegenwoordiging in de creatieve sector

De creatieve sector wordt vaak gezien als een sector met een unieke combinatie van hoge interne motivatie van de mensen die in de sector werken en onzeker en precair werk. In zijn leerstoelgebonden onderzoek, analyseert hoogleraar Maarten Keune van AIAS-HSI (Universiteit van Amsterdam) samen met een postdoc en een promovendus, hoe de werkenden in de sector hun belangen definiëren en afwegen, en hoe zij hun belangen via collectieve mechanismen behartigen. Zij doen dit in twee deelprojecten.

Het eerste deelproject is een promotieonderzoek uitgevoerd door Petar Marceta. Hij onderzoekt hoe werkenden in de creatieve sector hun belangen, doelen en voorkeuren vormgeven en hoe deze beïnvloed worden door arbeidsmarkt- en sociale zekerheidsinstituties. Daarnaast onderzoekt hij in hoeverre en op welke manieren ze individueel en collectief voor hun belangen opkomen. Hij doet dit in een vergelijkende studie van Nederland en het Verenigd Koninkrijk en combineert een vignetstudie, een survey en interviews om zijn vragen te beantwoorden.

In het tweede deel onderzoekt postdoc onderzoeker Wike Been hoe loopbanen in de creatieve sector in Nederland vorm krijgen. In de creatieve sector wordt werk veelal projectmatig georganiseerd en hierdoor staat de sector er om bekend dat er veel baanwisselingen plaatsvinden en dat men ook relatief vaak van positie wisselt: bijvoorbeeld van zzp’er naar werknemer naar werkgever en weer terug. Ook zien we de werkenden in de creatieve sector vaak als precair met lage inkomens. Er is echter weinig bekend over hoe loopbanen in de sector eruitzien. Groeit men op den duur door naar een betere (inkomens)positie of blijft men laagbetaald? En zijn alle loopbanen wel onzeker? Om deze vragen te beantwoorden worden werkenden in de creatieve sector gevolgd voor een periode van acht jaar, waarbij de onderzoekers in kaart brengen welke posities ze bekleden en hoe hun inkomen zich ontwikkeld. Vervolgens wordt met het creëren van een typologie van loopbanen inzichtelijk gemaakt wat veelvoorkomende arbeidsmarkttrajecten zijn en hoe deze gerelateerd zijn aan inkomen en werkzekerheid. Ten slotte wordt gekeken in hoeverre het voorkomen van bepaalde type loopbanen samenhangt met gender, etnische achtergrond en sociaaleconomische status.